Te Vader Van de Wiel was Mr. metselaar en van zijn zoons was Pieter eveneens Mr. metselaar. De jongste zoon Jacobus, gezegend met avonturiersbloed, vertrekt met het schip, de Rijn, vanuit Nieuwe Diep naar Nederlandsch-lndië. Bij K.B. van 26 mei 1846 wordt Jacobus van de Wiel, bouwkundige, aangesteld als opziener van de Waterstaat en 's-Lands Gebouwen in Indië. Hij vertrekt onder genot van een voorlopig traktement van ƒ 50,- per maand, gerekend vanaf de dag van vertrek naar Indië en ontvangt een voorschot van vier maanden voorlopig salaris.2) Tevens geniet hij vrije overtocht naar Batavia als passagier 1e klasse. Bij zijn plaatsing in Indië krijgt hij een vast salaris, niet minder bedragende dan ƒ 100,- per maand. Hij wordt te Surakarta geplaatst op 10 maart 1847 om voor de residenties Djocjakarta en Surakarta en de afdeling Patjitan werkzaam te zijn3) als opziener der 2e klasse. Op 20 april 1849 wordt hem een toelage van ƒ 25,- per maand toegekend.4) Hij trouwt te Surakarta op 19 december 1849 met Louise Annette Elisabeth Theodora Mac Gillavry, dochter van Hendrik Mac Gillavry, in leven resident van Surakarta en Anna Theodora Maurisse, geboren te Surakarta in 1826.5) Hij wordt op 25 juli 1851 bevorderd tot opziener 1e klasse, standplaats Surakarta.6) Daarna heeft hij kennelijk minder juiste beslissingen genomen en dient hij een verzoek in om hem eervol te ontslaan, maar hem wordt op 21 april 1853 te kennen gegeven, dat zijn handelingen in zijn betrekking geen termen hebben geleverd om hem eervol te ontslaan. Wel wordt hij ontslagen van zijn verbintenis om het land zes jaren te dienen. Ook wordt hem medegedeeld, dat zijn verzoeken om vrije overtocht naar Nederland niet vatbaar zijn voor inwilliging.7) Hij wordt door de Algemene Rekenkamer voor Nederlandsch-Indië beboet met ƒ 1291.60, ter zake 'van aan den lande berokkende schade'8), terwijl hij voorts op 6 december 1857 als vast ingezetene van Nederlandsch-Indië geregistreerd wordt.9) Of hij deze boete inderdaad betaald heeft, is niet bekend.10) In december 1856 is tegen Van de Wiel een vonnis verleend en uitvoerbaar bij lijfsdwang ten verzoeke van de Firma Schimmel- | 117 |
penninck & Co te Surabaya. Jacobus is onder de naam De Vent van Banjuwangi gevlucht naar Bali. De Firma Schimmelpenninck berichtte het gouvernement, dat in begin 1857 een schip in Straat Bali aangehouden is door Jacobus van de Wiel met een aantal zeerovers. Het schip is evenwel niet beschadigd.11) Hij deelde toen mede, zich op grote schaal met zeeroverij onledig te houden en dat hij niet alleen met Balinese zeerovers samenwerkte, maar ook met die van Boni. Dat hij zich aan het hoofd van een zeeroversvloot gesteld heeft, is echter niet bevestigd.12) In 1860 blijkt, dat Van de Wiel zijn arbeidsterrein naar Sumatra verlegd heeft. In mei 1860 hield hij zich op in het rijk Kampar op de oostkust van Sumatra. In de Singapore Standard van 23 april 1860 wordt een groot artikel gewijd aan de gang van zaken in het aan de overkant van Straat Malakka gelegen gebied van Siak en Kampar. Onder de naam Damirat (of Djemeroet), wat een schuilnaam van Van de Wiel zou zijn, heeft hij verbintenissen aangegaan met de Tungku Besar van Kampar, ter exploitatie van de goud- en tinwinning. Voorts zou hij ook als agent optreden voor de handel in andere voortbrengselen van dit rijk: was, hardhout, koffie, rubber, tabak en rotan op Singapore. Maar ... van deze contracten zijn geen afschriften te verkrijgen! Het Nederlandse bestuur, dat in die periode bezig was Sumatra onder controle te krijgen, hield hem eerder voor nuttig dan schadelijk voor de gouvernementsplannen! Bovendien meldde de resident van Singapore aan de resident van Riouw op 13 september 1860, dat het onjuist is geloof te hechten aan het feit, dat Van de Wiel samen zou werken met het Britse gouvernement. Bovendien zou geen enkel geaccrediteerd koopmanshuis te Singapore zich met deze avonturier, die in armoedige omstandigheden verkeerde, inlaten! Inmiddels deelt J.V.V. de Merode, alias Van de Wiel op 2 november 1860 aan de Gouverneur-Generaal mede, dat hij zich op verzoek van de Radjah van Kampar aldaar gevestigd heeft en dat hij in compagnieschap met de Hoogheden de exploitatie van goud- en tinmijnen ter hand zal nemen. Voorts verklaart Van de Wiel, dat de Radjah in onafhankelijkheid wil leven, zijn rijk in vrede besturen en overgeven aan zijn opvolger. Hij schrijft verder, dat verschillende van zijn activiteiten de Gouverneur-Generaal zullen mishagen, o.m. de handel in wapens en buskruit en ook de doorvoerhandel van wapens. Indien de Gouverneur-Generaal hem hierover benadert, zal deze handel achterwege gelaten worden. Hij is 'politiek' niet geïnteresseerd, maar alleen in 'geldelijk fortuin'. Wel biedt hij aan, als hij verneemt wat in de verschillende rijken op Sumatra's Oostkust in het geheim voorbereid wordt dit aan de Gouverneur-Generaal mede te delen. | 118 |
Van de Wiel gaat het echter niet voor de wind. Hij komt nauwelijks meer te Singapore en af en toe nog op Puluh Lawang13), indien hij op een handelsschip mag meevaren. In juli 1861 zou hij zich volledig uit zijn ondernemingen op Sumatra teruggetrokken hebben. Daarna wordt niets meer van hem vernomen. Mogelijk heeft hij een betrekking aanvaard bij de Franse expeditionaire troepen naar Saigon.10) Over de maleis aandoende schuilnamen 'Damirat' of 'Djemeroet' valt niet veel te zeggen; de naam 'De Vent' kan mogelijk aan aanduiding zijn dat hij 'als de wind' gevlucht is voor de mogelijke acties, die tegen hem verkregen waren. De naam J.V.V. de Merode is ... de naam van een van zijn overgrootmoeders! Trouwens, Jacobus is weliswaar in Te Oisterwijk trouwt op 5 juni 1751 voor schepenen aldaar Paulus Wouter van de Wiel, jongman, geboren en wonende te Oisterwijk, met Maria Anna van Marode14,15), welke op 6 april 1777 hertrouwt met Cornelia Jan van de Voort. Na het overlijden van Cornelia in 1788 hertrouwt Paulus, voor de derde maal, te Oisterwijk op 23 september 1781 met Johanna Francis Poirters. Uit het eerste huwelijk zijn elf kinderen geboren, waarvan het vijfde kind, Petrus, op 15 juni 1783 te Oisterwijk trouwt met Johanna Jan Peter Pot, eveneens geboren te Oisterwijk. Uit dit echtpaar drie kinderen, te Oisterwijk geboren. Paulus, hun enige zoon, trouwt Anna Maria Magdalena Rommelaars, r.k. gedoopt te Doesburg op 4 december 1779, dochter van Carolus Rommelaar en Theodora Brouwer. Te Doesburg gaat op 16 oktober 1779 in ondertrouw16): Carolus Rommelaer, j.m. van Nijmegen, grenadier, in garnizoen te Doesburg, met Dora Brouwer, j.d. van Deutinchem, woont te Doesburg. Zij zijn getrouwd op 31 oktober te Doesburg, waar op dezelfde datum ook hun huwelijk ingezegend wordt in de r.k. kerk.17) Carolus is te Nijmegen in de parochie van Neerbosch op 15 juni 1755 gedoopt als Carolus Franciscus. Zijn ouders, die tussen 1747 en 1763 in de parochie van Neerbosch zeven kinderen hebben laten dopen, zijn: Jacob Rommelaer en Maria Magdalena Fremtjes, die te Nijmegen op 10 oktober voor de Ned. Geref. Predikant trouwen18): Jacob Rommelaer, weduwnaar, met Maria Magdalena Fremtjes, weduwe van Coenraet Backer, beiden van Nijmegen. | 119 |
Noten | |
1. | Anna Maria Magdalena Rommelaers komt ook voor als Helena Rommelaers. |
2. | A.R.A. - 's-Gravenhage: Ministerie van Koloniën. Stamboek van Ambtenaren en Officieren in Ned. Indië H f 239. |
3. | A.R.A. - 's-Gravenhage: Indisch Besluit 10.3.1847 No 1. |
4. | A.R.A. - 's-Gravenhage: Indisch Besluit 20.4.1849 No 2. |
5. | Ned. Patriciaat 1938 f 176. |
6. | Kon. Bibliotheek 's-Gravenhage: Jav. Courant 1851 No 61. |
7. | A.R.A. - 's-G raven hage: Indisch Besluit 21.4.1853 No 3. |
8. | A.R.A. - 's-Gravenhage: Indisch Besluit 7.10.1855 No 2. |
9. | A.R.A. - 's-Gravenhage: Indisch Besluit 6.12.1855 No 7. |
10. | A.R.A. - 's-Gravenhage: Ministerie van Koloniën 1850-1900 Geheim. No 5814 actenmap no 31. |
11. | A.R.A. - 's-Gravenhage: Ministerie van Koloniën 1850 - 1900 Indische Brief 4.2.1858 No 121/43. |
12. | A.R.A. - 's-Gravenhage: Brief van de Ass. Resident van Banjuwangi Extr 31.3.1858 No 26. |
13. | Een van de eilandjes van de Rouw Archipel tussen de monding van de Kamparrivier en Singapore. |
14. | Hoewel de bruid bij haar huwelijk als Marode vermeld wordt, komt toch de vermelding van Merode als familienaam het meest voor. |
15. | W. de Bakker en Mr. G. Berkelmans, Anderhalve eeuw Oisterwijk, |
16. | R.A. - Arnhem: Doesburg Ned. Geref. Trouwboek DTB 489. |
17. | R.A. - Arnhem: Doesburg, RK Trouwboek DTB 493. |
18. | G.A. - Nijmegen: Ned. Geref. Trouwboek DTB 1178. |